Hof: pensioenopbouw zieke werkneemster ABN Amro is geen transitievergoeding
Geplaatst op: 30-07-2019, 12:23:36
ABN Amro moet een voormalig werkneemster een bedrag van ruim € 53.000 betalen aan transitievergoeding. De bank probeerde onder de betaling hiervan uit te komen. Volgens de bank is voortzetting van de pensioenopbouw in het derde ziektejaar en na het beëindigen van het dienstverband zonder dat daar een werknemersbijdrage tegenover staat een aan een transitievergoeding gelijkwaardige voorziening.
Het gerechtshof in Leeuwarden vernietigde met zijn uitspraak dat de bank toch moet betalen het vonnis van de rechtbank in Assen, die vorig jaar ABN Amro in het gelijk stelde. Behalve het betalen van de transitievergoeding aan de vrouw moet de financiële instelling ook opdraaien voor de juridische kosten die de voormalig werkneemster heeft gemaakt.
Derde ziektejaar
De pensioenvoorziening van ABN Amro houdt in dat de pensioenopbouw van langdurig arbeidsongeschikte werknemers vanaf het derde ziektejaar wordt voortgezet zonder dat de werknemer premie is verschuldigd. Ook na beëindiging van het dienstverband wordt de opbouw voortgezet. Normaal gesproken eindigt voor een werkgever de loonbetalingsverplichting wanneer iemand langer dan twee jaar ziek is. De regeling is in de cao vastgelegd.
Suppletieregeling
De voormalig werkneemster van ABN Amro stelde bij het hof dat de zogeheten suppletieregeling die de bank heeft getroffen voor zieke werknemers een reguliere arbeidsvoorwaarde betreft die al lange tijd voor arbeidsongeschikte werknemers geldt, ongeacht of de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd of niet. De voorziening vloeit voort uit afspraken die ABN Amro met haar pensioenverzekeraar heeft gemaakt en waarvoor de bank een premieopslag is verschuldigd aan haar verzekeraar. De pensioenregeling is in de cao is opgenomen.
Arbeidsvoorwaarde
Het is het met de vrouw eens dat de suppletieregeling moet worden beschouwd als een (secundaire) arbeidsvoorwaarde die geldt voor alle werknemers. “ABN Amro heeft voor hen (kennelijk) een pensioenregeling getroffen die erin voorziet dat vanaf het derde ziektejaar de pensioenopbouw voor de arbeidsongeschikte werknemer gewoon door zal gaan zonder dat hij daarvoor nog een werknemersbijdrage verschuldigd is, en dat die opbouw ook doorloopt in het geval het dienstverband wordt beëindigd.”
Financieel voordeel
Dat die voorziening voor de vrouw na de beëindiging van het dienstverband een financieel voordeel oplevert, doet volgens het hof “aan dat karakter van de voorziening als een arbeidsvoorwaarde niet af. In deze situatie kan niet worden gezegd dat de pensioenvoorziening een voorziening betreft die gelijkwaardig is aan de transitievergoeding; de voorziening betreft niet een voorziening die is getroffen voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd.”
Bron: bijdrage van 29 juli 2019 van Annet van den Berg op www.amweb.nl